Hero image

YWCC levert vanuit een geheel eigen visie en aanpak geestelijke gezondheidszorg aan jongeren van 13 tot en met 21 jaar en hun ouders of verzorgers.

Algemene informatie

YWCC behandelt in haar kliniek jongeren uit alle delen van Nederland. YWCC werkt vanuit de (positieve) dynamiek van de groep. Onze benadering is individueel- en systeemgericht en we werken met een strak kaderend programma. Dit programma is beschreven en theoretisch onderbouwd. YWCC werkt volgens erkende richtlijnen en zorgstandaarden en met geregistreerde zorgprofessionals, jongerencoaches en ervaringsdeskundigen. YWCC is er voor jongeren die volledig zijn vastgelopen in hun ontwikkeling en veelal allerlei hulpverleningstraject(en) hebben doorlopen.

De jongeren die YWCC behandelt kampen met meervoudige problematiek en ernstige beperkingen in hun functioneren op verschillende leefdomeinen. De motivatie voor verandering en de mate van lijden wisselt. Soms heeft de omgeving meer last dan de jongere zelf. De jongeren hebben vaak een licht probleembesef en een prille bereidheid tot verandering. Het probleemgedrag kan zich op allerlei manieren presenteren zoals: somberheid en suïcidaliteit, agressiviteit, mishandeling en traumatisering, hechtingsproblematiek, eetstoornissen, automutilatie, criminaliteit, verzuim van school, isolatie met terugtrekken op de eigen kamer en gamen, geen werk, loverboy en prostitutie problemen, seksueel en fysiek misbruik en verslaving aan middelen. Doordat de jongeren al veel behandeling hebben gehad en/of zodanig zijn vastgelopen, heeft behandelingen in hun eigen omgeving geen kans van slagen meer. Een ambulant aanbod is voor deze groep geen werkbare optie.

YWCC biedt een intensief intern behandelprogramma van 10 weken plus nazorg voor de jongeren én een intensief programma voor de ouders/verzorgers. Het programma biedt de kans om jongeren uit hun zelfdestructieve ban te halen. Door de jongeren tijdelijk uit hun omgeving te halen doorbreekt YWCC de vastgelopen situatie, verdwijnt de comfortzone en ontstaat een nieuwe leersituatie. Jongeren hebben tijdelijk geen prestatiedruk wat betreft schooltaken (bij aanmelding voor behandeling gaan ze vaak al niet meer naar school) en hoeven even geen verantwoording af te leggen aan opvoeders. Dit zorgt direct voor meer ‘ruimte’ om te leren, een emotionele groei door te maken en de vaardigheden te trainen en toe te passen in een omgeving met veel andere jongeren. De ziektesymptomen worden verminderd. Met nieuw aangeleerde vaardigheden keren ze terug naar hun leefomgeving en kunnen daar verder leren en ontwikkelen. Met het terugkrijgen van de eigenwaarde creëert de jongere nieuwe doelen en kan weer positieve keuzes maken. Het opnemen van de jongeren geeft ook de opvoeders en de leefomgeving verlichting: samenleven was (bijna) niet meer mogelijk of zelfs schadelijk. Door de periode apart ontstaat ook voor hen de mogelijkheid tot reflectie, het besef van de impact van het eigen gedrag en de tijd om te veranderen. Bij terugkomst van de jongeren kunnen ouders/verzorgers weer positief bijdragen aan de positieve ontwikkeling van de jongeren.

Onze aanpak is voor veel jongeren succesvol gebleken. Juist omdat we het niet alleen doen. Succesvolle behandeling vergt een stevige inzet van jongeren zelf en hun ouders/verzorgers. We gaan uit van een onvoorwaardelijke acceptatie van alle betrokkenen. We gaan confrontatie niet uit de weg. We willen alle problemen bespreekbaar maken – en daadwerkelijk delen.

Intern werkproces

Elke behandelcoördinator kan signalen afgeven in de verwijsindex op basis van wat hij ziet of hoort van de jeugdige in de kliniek, het familieprogramma of intake/ eindgesprek en waarbij hij een redelijke vermoeden heeft dat de jeugdige in zijn gezonde ontwikkeling naar volwassenheid wordt bedreigd. Meestal is niet één geïsoleerd probleem doorslaggevend voor het afgeven van een signaal, maar maakt een combinatie van verschillende problemen een situatie dermate zorgwekkend dat een signaal in de Verwijsindex Haaglanden gerechtvaardigd is. Signaleren mag, afwegen moet!

Signaleren

  1. Een jeugdige waar zorgen over zijn, wordt ingebracht in de MDO waar de situatie wordt ingeschat en de afweging gemaakt wel of geen signaal afgeven in de Verwijsindex Haaglanden;
  2. Als een signaal in de Verwijsindex wordt afgegeven, worden alléén BSN gegevens doorgegeven. In de Verwijsindex staat alleen geregistreerd dat er een signaal is afgegeven. De aard van het signaal en de behandeling worden niet bijgehouden;
  3. Het plaatsen van een signaal in de Verwijsindex Haaglanden gebeurt altijd met kennisgeving aan de jeugdige en/of aan de wettelijke vertegenwoordigers van de jeugdige;
  4. In uitzonderlijke gevallen hoeft niet geïnformeerd te worden. Dit zijn situaties waarbij met het informeren de veiligheid van de jeugdige/ gezinsleden, de behandelcoördinator of de omgeving in gevaar kan komen;
  5. Voor het uitwisselen van persoonlijke informatie om te overleggen is toestemming nodig. Voor de jeugdige en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) moet duidelijk zijn wie deelnemen aan het overleg waarvoor zij toestemming geven;
  6. Krijgt een behandelcoördinator geen toestemming, of acht hij het in verband met de veiligheid van de jeugdige/gezinsleden of van zichzelf niet mogelijk om toestemming te vragen, dan kan, bij wijze van uitzondering, ook overleg gevoerd worden zonder toestemming. Dit is mogelijk op basis van een conflict van plichten. In dergelijke gevallen zullen doorgaans naast een signaal in de verwijsindex ook andere stappen nodig zijn, zoals een melding bij Veilig Thuis;
  7. Het termijn van het signaal staat standaard op 1 jaar in de Verwijsindex Haaglanden, met de mogelijkheid het te verlengen tot de wettelijk termijn van 2 jaar.