Hero image

Bij de jeugdafdelingen van GGZ Delfland helpen we kinderen en jongeren met psychische stoornissen.

Algemene informatie

Elke casemanager kan signalen afgeven in de verwijsindex op basis van wat hij ziet of hoort van de jeugdige en waarbij hij/zij een redelijke vermoeden heeft dat de jeugdige in zijn gezonde ontwikkeling naar volwassenheid wordt bedreigd. Meestal is niet één geïsoleerd probleem doorslaggevend voor het afgeven van een signaal, maar maakt een combinatie van verschillende problemen een situatie dermate zorgwekkend dat een signaal in de Verwijsindex gerechtvaardigd is.

Signaleringscriteria & Leefgebieden

De GGZ Delfland Jeugd zal niet standaard álle jeugdigen in de Verwijsindex signaleren, maar heeft de afweging signaleren wel gestandaardiseerd. In elk geval worden jeugdigen gesignaleerd indien samenwerking met ketenpartners noodzakelijk wordt geacht in het belang van de jeugdige/het gezin en onvoldoende duidelijk is welke ketenpartners betrokken zijn of hoe met hen in contact is te komen.

Borging

Wanneer een casemanager gedurende langere tijd afwezig is, worden lopende dossiers (en dus ook de matchberichten) doorgesluisd naar de vervanger of de regiebehandelaar; dit wordt gecoördineerd door het secretariaat. De manager wijst (indien nodig) een vervanger aan en geeft dit door aan de instantiebeheerder die dit aanpast in de Verwijsindex. De aangewezen instantiebeheerder borgt de technische kant van de Verwijsindex en houdt de contactgegevens van de medewerkers up-to-date. Nieuwe medewerkers worden in het inwerkprogramma op de hoogte gebracht van de Verwijsindex Haaglanden.

Werkwijze 

  1. De casemanager maakt de afweging om een signaal af te geven op jeugdigen (0-18 jaar);
  2. Het plaatsen van een signaal in de Verwijsindex gebeurt altijd met kennisgeving aan de jeugdige en/of aan de wettelijke vertegenwoordigers van de jeugdige en bij voorkeur ook met toestemming van hen;
  3. In uitzonderlijke gevallen hoeft niet geïnformeerd te worden. Dit zijn situaties waarbij met het informeren de veiligheid van de jeugdige/ gezinsleden, de casemanagers of de omgeving in gevaar kan komen;
  4. Voor het uitwisselen van persoonlijke informatie om te overleggen is toestemming nodig. Voor de jeugdige en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) moet duidelijk zijn wie deelnemen aan het overleg waarvoor zij toestemming geven en ook waarover gesproken zal worden;
  5. Krijgt een casemanager geen toestemming, of acht hij/zij het in verband met de veiligheid van de jeugdige/gezinsleden of van zichzelf niet mogelijk om toestemming te vragen en wil hij/ zij toch een signaal gaan afgeven, dan kan, bij wijze van uitzondering, ook een signaal worden afgegeven/ overleg gevoerd worden zonder toestemming. Dit is mogelijk op basis van een conflict van plichten. In dergelijke gevallen zullen doorgaans naast een signaal in de Verwijsindex ook andere stappen nodig zijn, zoals een melding bij Veilig Thuis;
  6. Het termijn van het signaal staat standaard op 1 jaar in de Verwijsindex Haaglanden, met de mogelijkheid het te verlengen tot de wettelijk termijn van 2 jaar;
  7. Na een match ontvangt de casemanager een mail;
  8. De handelingen m.b.t. de Verwijsindex worden vastgelegd in het behandelplan/EPD.